Algemeen

Ondernemer uitgelicht: Verloskundige praktijk Stiens

Het was avond…natuurlijk was het avond want dan beginnen de meeste bevallingen. Of ’s nachts, want dan is de vrouw in de rust, is meestal de partner thuis en kan er bevallen worden. Zo ook deze avond...

Al vroeg was ik naar bed gegaan in de wetenschap dat er wel eens actie kon komen. Na een heerlijke maaltijd nog even lekker onder de douche gestapt en warm mijn bedje ingekropen. Je weet maar nooit of er iemand belt voor een bevalling.

 

En ja hoor…daar gaat mijn diensttelefoon. Als alleen al de trilling hoorbaar is en het eerste geluidje veer ik op en neem op. Weeën? Ja… om de 10 minuten, oké en gebroken vliezen? Nee dat nog niet, maar het doet wel zeer. 

 

Dan kan het nog wel even duren, denk ik in mijzelf, maar ja wat te doen, het is een 2e kindje, het kan sneller gaan dan je denkt en ik hoor aan de stem van de partner dat er onrust in zit. Weet je wat zeg ik, ik kom gewoon rustig jullie kant op en dan bekijken we even hoe het gaat. Er ligt notabene ook nogal wat sneeuw dus wellicht duurt de rit wat langer dan normaal, en ik zit liever even een bakje koffie te drinken dan haasje repje jullie kant op te moeten gaan. Er volgt een diepe zucht…de partner is duidelijk opgelucht, fijn dat je komt, ik zet de buitenlamp aan dan weet je waar je moet zijn.

 

Dat is fijn een partner die meedenkt. Sowieso is het soms lastig de huizen te vinden, want niet iedereen heeft meer een huisnummer zichtbaar. Ook al heb ik een zaklamp bij me, het is soms erg lastig.

 

Daar ga ik, op weg naar opnieuw nieuw leven, opnieuw een wonder, want dat is het en blijft het iedere keer weer, dat went nooit. 

 

Het is wel erg glad en het begint ook nog te sneeuwen, het zicht wordt minder, dus ik rij rustig verder, je weet maar nooit wat er ineens op de weg staat. Zeker op dit stukje platteland, er kan zomaar een dier oversteken, een ree, een schaap een koe, een kat of iets anders. Die wil ik niet op mijn motorkap hebben. 

 

Ik zie de straat al opdoemen in de verte, en zoek naar de buitenlamp, maar ja, met die sneeuw is dat lastig. Even verderop zie ik een bewegende lamp bij de weg, zou dat het zijn? Ik rij rustig verder en zie weldra de partner staan met, warempel een grote lamp waar hij mij mee seint. Ik draai het raampje open en zeg bedankt zeg, wat fijn, nu ben ik er mooi. 

Heel fijn zegt de partner, want ik dacht al met die sneeuw, dan is het lastig. Hij stapt in en we rijden rustig de weg naar de boerderij onderaan de dijk. Achter mij zie ik de helling, volledig besneeuwd waar ik straks weer naar terug moet, hoog de dijk op. Maar dat is van later zorg, eerst naar de zwangere toe.

Binnen gekomen is het lekker warm, de aanstaande moeder zit heerlijk op een bal te wiebelen en zucht de weeën mooi weg. Ik zie aan haar dat de weeën pittig zijn en leg vast wat kruikjes klaar met de kleertjes eromheen en doeken om de baby straks mee af te drogen. Manlief staat er wat hulpeloos bij en vraagt mij wat hij kan doen. Ik denk wel dat je even de rug kunt masseren van je vrouw en dan zorg ik dat alles klaarstaat. Ondertussen bel ik de kraamzorg, want de aanstaande ouders zitten helemaal in hun bevalbubbel en doen het samen heel goed. 

De Kraamzorg komt rustig binnen, klopt haar schoenen af en zegt mij dat er heel veel sneeuw ligt ondertussen. Nou dan blijven we allemaal hier maar slapen vannacht, grap ik tegen de vader. Die vindt alles prima en lacht mij toe. Ik steek mijn duim op en zeg: jullie doen het geweldig knap samen, nu wachten jullie op persdrang en komt alles goed!

En warempel na een poosje lijkt het te veranderen en begint de drang te komen, ik luister nog een keertje naar de harttonen van de baby, ook die vindt alles prima en zeg tegen de barende dat ze mee kan geven met het gevoel. En dat heb ik geweten….

In no time schiet ze van de bal af, staat rechtop en zegt…hij komt…ik duik op mijn knieën en zie een hoofdje komen, snel schuif ik een kussen op de grond en houdt mijn handen onder het hoofdje van de baby. Nog 1x rustig persen en dan komt de baby, zeg ik nog.

En daar is de gladde, glibberige, natte baby al, ik vang haar rustig op en beweeg haar naar voren zodat de moeder haar aan kan pakken, ze begint te huilen en kleurt mooi roze. 

De kraamzorg helpt mij om de moeder op bed te leggen en maakt nog snel wat foto’s. Wat fijn ook dat de kraamzorg er op tijd bij is, want soms heb je handen te kort. En daar liggen ze dan de kleine baby met een zielsgelukkige mem en een super trotse heit, een fijne kraamhulp en een blije verloskundige. Wat is dit toch mooi en geweldig. 

Went dit? Nee dit went nooit, dit is en blijft het mooiste vak!

Maar nu nog de auto. Ik besluit toch na een poos om lekker thuis te slapen, mijn eigen bed is toch het beste, maar ja ik moet die besneeuwde helling nog op naar de dijk. En zo’n held ben ik nou ook weer niet daarmee. Met verloskunde wel, niets is mij te gek, maar sneeuw en hellingen rijden, nee dat is niet mijn ding.

Dus de dankbare vader pakt mijn sleutels en zegt: Kom ik rij je bolide de helling op, kun jij weer veilig naar huis. Met een diepe zucht neem ik dankbaar zijn aanbod aan en rij weer rustig terug over de dijk, door de sneeuw met overal ergens een klein lampje te zien en zoek mijn bedje weer op. 

Wat een bijzondere nacht was dit weer. De wereld is weer een kindje rijker! λ