Algemeen

Geld lenen binnen je familie, fiscaal voordelig

Stel je kind wil een woning kopen of bijvoorbeeld verbouwen, dan kun je als ouder prima bijspringen, zeker nu je vermogen op bij de bank nauwelijks (of zeg maar niks) opbrengt. 

Hoe pak je dat zo gunstig mogelijk aan?

Als je geld aan je kind uitleent voor de aankoop van een woning (of voor het verbouwen of aflossen van een andere eigen woninglening), is de (hypotheek)rente bij je kind aftrekbaar (box 1). De rente die je zelf ontvangt is onbelast (box 3), dat is niet anders als je je geld op een spaarrekening bij de bank zet. Maar de rente is vaak wel wat hoger.

Stel dat je € 200.000 op een spaarrekening hebt staan tegen 0,1% rente. Als je kind het leent, betaalt hij 1,5% rente. Dat is dus een extra rendement van € 2.800! De rente is bij je kind aftrekbaar. Als ik uitga van een WOZ-waarde van de woning van ook € 200.000, dan heeft je kind per saldo recht op een aftrek van € 2.000. Bij een IB-tarief van 37,1% kost de lening je kind € 2.258 netto. 

Om het nog interessanter te maken kun je overwegen om (een deel van) de rente terug te schenken aan je kind. Het is voor het kind dan wat makkelijker op te brengen; immers de lening moet ook verplicht worden afgelost. Ouders mogen jaarlijks € 6.604 belastingvrij schenken. Schenk je meer, dan betaalt je kind 10% schenkbelasting.

Het mag duidelijk zijn, hoe hoger de rente hoe gunstiger!

Echter let op, de rente moet wel reëel blijven, anders gaat de belastingdienst daar niet mee akkoord en is de rente niet aftrekbaar. Wat reëel is, hangt af van de situatie. Stel dat je geen (hypothecaire) zekerheid kunt bedingen, bijvoorbeeld omdat de bank al hypotheeknemer is, dan zou je de rente wat hoger kunnen stellen. Ook als er (nog) onvoldoende zicht is op voldoende inkomsten in de toekomst, zou dat voor een hogere rente kunnen pleiten. Ook de looptijd van de rente, de rentevast periode is van belang. 

Ook voor het kind is het voordeliger. Immers geen taxatiekosten, geen afsluitprovisies en bijkomende kosten, mogelijkheid een hoger bedrag te lenen.

Let op:

• Leg de gemaakte afspraken altijd schriftelijk in een overeenkomst vast. Dat mag, maar moet niet bij de notaris. Behalve als je een hypothecair onderpand wenst te vestigen, dan moet je naar de notaris.

• De lening moet in maximaal 30 jaar worden afgelost.

• De rente en aflossing moet echt worden betaald. Wordt bijvoorbeeld de rente kwijtgescholden, is deze rente niet aftrekbaar. Bij (gedeeltelijke) schenking moet het deel wat geschonken wordt terug worden betaald.

• Verstrek jaarlijks in de aangifte inkomstenbelasting een opgave van de lening: startdatum van de lening, het startbedrijf van de schuld, het rentepercentage, de looptijd van de lening, de overeengekomen aflossing (annuïtair of lineair), naam en adresgegevens leningverstrekker 

Tips: Het kan slim zijn om in de akte vast te leggen dat de lening moet worden afgelost bij overlijden van de langstlevende ouder. De broers en zussen moeten anders mogelijk erfbelasting betalen over het deel van de vordering dat zij erven. Als er verder weinig in de erfenis zit, kan dat vervelend zijn.

Om te voorkomen dat de rente helemaal vervalt als achteraf blijkt dat de rente niet reëel is, neem je in de overeenkomst van de lening een ‘glijclausule’ op. Het rentepercentage kan dan met terugwerkende kracht worden aangepast, als de fiscus de renteaftrek anders niet accepteert. Alleen het stukje rente dat boven de zakelijke rente uitkomt, is dan niet aftrekbaar.

Bron; Wijnand Jager Accountants en Belastingadviseurs te Stiens.