Algemeen

Kinderen hebben in de regel een geheel eigen kijk op wat eerlijk en oneerlijk is in het leven. Zij kunnen totaal verontwaardigd en compleet overtuigd van hun gelijk uitroepen: ‘dat is niet eerlijk!’ Terwijl wij volwassenen daar dan zo onze eigen filosofieën over hebben. Wij beschouwen heel andere zaken des levens als oneerlijk.

Toen wij zeven jaar terug hoorden dat mijn vader ongeneeslijk ziek was, kreeg ik het geregeld te horen. Dat het niet eerlijk was want hij was immers nog zo jong. Klopt. Dat was hij ook. Ik had ook liever gehad dat hij een heel oud mannetje was geworden. En dat mijn moeder hem nu niet zo had hoeven missen. Onze dochter hem als opa had mogen leren kennen. Helaas pindakaas. Het mocht niet zo zijn. En ja, dat is klote. Niet leuk. Heel erg niet leuk. Maar oneerlijk? Het was gewoon zoals het was. Weinig aan te doen. Accepteren en loslaten. Want dat deed hij zelf ook. Uiteraard was ik  verdrietig. Ik heb gehuild en gerouwd en later nog meer gehuild. Hij was mijn papa, die ik - nu al - voor altijd moest missen. Wat uiteindelijk overbleef, is dankbaarheid.

Ik heb namelijk het geluk gehad mijn vader te kennen. Hij was er mijn hele jeugd (en nog lang daarna). En zeker niet alleen als die man die het vlees op zondag aansneed. In mijn beleving was hij er altijd. Misschien omdat hij zijn bedrijf aan huis had en omdat wij als kinderen wel met hem mee op pad mochten. Hoe dan ook. Hij was er gewoon. Dat fortuin, want dit vind ik échte rijkdom, heeft niet iedereen. En dat is pas oneerlijk.

Toch zul je mij dat niet zo snel horen zeggen. Ik denk liever niet te zwart-wit, maar in de kleur van mijn hart. Een groot hart durf ik wel te zeggen, met daarin veel ruimte voor allerlei nuances en variatie. En vooral veel liefde.

Ook toen dat mini-mensje dat drie jaar geleden in mijn buik groeide uiteindelijk bij een wens bleef, hoorde ik meer dan eens: ‘wat oneerlijk, het was jullie zo gegund.’ Lief bedoeld maar ik zag het anders. Wederom, het was klote. Niet leuk. Heel erg niet leuk. Maar oneerlijk? We hadden vooral dikke pech. Klinkt nuchter en zelfs wat hard. Maar ook toen was ik intens verdrietig en heb ik ontelbare keren de ogen uit m’n kop gejankt. En ook toen voelde ik me eenmaal bekomen van het heftigste verdriet, vooral dankbaar. Voor dat prachtige kind dat we wel mochten krijgen.

Nu denk je misschien, ze wuift het wel erg makkelijk weg allemaal. Je kunt dat relativeren ook overdrijven. I know. Maar ik ben niet van steen... Af en toe een flink potje janken helpt. Niet omdat ik me benadeeld voel, juist niet. Puur en alleen omdat het dan eventjes heel erg pijn doet. Daarna ben ik vaak snel weer blij en des te dankbaarder. Voor al het moois waarmee ik me mag omringen.

 

Femke

www.beidehands.nl
www.verwoordinbeeld.nl