Algemeen

Column: Kleurrijke figuren

In ieder dorp heb je zogenaamde dorpsgekken, waarvan je hoopt dat er niet te veel van zijn of komen. Omdat ze vaak een soort gedrag vertonen, wat een zichzelf respecterende gemeenschap niet graag wil uitstralen. 

Over het algemeen zijn het de individuen die niet passen binnen ‘ons’ milieu, zo als dat zo vroom klinkt. Dit soort gasten bepalen gewild of ongewild de sfeer binnen een gemeenschap. Het zijn personen die zich weinig aantrekken van regels en de instanties, die we als samenleving nastreven.

 

Gelukkig heb je ook kleurrijke individuen die een dorp op positieve zin op de kaart zetten. Het zijn de personen die iedereen bij naam en toenaam kent. Ze zijn op de een of andere manier bijzonder, door hun looks, door hun gedrag, door hun uitspraken of…? Inzoomend op Ouwe-Syl gaan mijn gedachten terug naar dorpsbewoners die het dorp kleur geven. Kleur geven? Het begint er steeds meer op te lijken dat het hier om mensen gaat die kleur aan het dorp hebben gegeven. Ik denk bijvoorbeeld aan Thijs Polstra. Al heb ik de man amper gekend, uit overlevering blijkt dat de toneelschrijver veelal een uitgesproken eigen mening verkondigde, maar ook de man van de kiosk was, waar naast rookwaar de dorpsroddels werden gemaakt en gedeeld. 

Rinse van der Zee onderscheidde zich minder door zijn uitspraken, hij was eerder een man van weinig woorden. Van der Zee was een markante verschijning, vanwege zijn donkere huidskleur herinner ik hem als de blanke neger van Ouwe-Syl. En dan had je Ot en Evert, de gekloonde eeneiige tweelingbroers, de look-a-likes van Malle Pietje (uit de serie Swiebertje). Waar je de broers op e’ Syl ook tegenkwam, ze liepen steevast gebroederlijk (hoe kan het ook anders) naast elkaar met beiden een afgelebberd stompje sigaar tussen de voortanden. En reken maar niet dat het sigaarstompje tijdens de onderlinge conversatie uit de mond kwam. Helaas zijn de broers al lang uitgerookt. 

Ook koster Wiebe Tool en groenteboer Dirk Tjepkema hoorden thuis in het rijtje markante personen, die het dorp extra sjeu gaven. Ook denk ik aan bakker Bos, die op zijn dagelijkse ronde bij mijn schoonouders de achterkamer binnenviel met onder zijn arm een grote rijkelijk gevulde rieten mand met vers gebakken brood. Met zijn zo kenmerkende hese stem klonk dan het dagelijks terugkerend riedeltje: ,,Most der ok nag wat fan de bakker weze”? Ik laat me zo nu en dan, wanneer ik met een wasmand vol met ‘verse’ vuile was beneden kom, ook verleiden tot deze uitspraak. Waarmee ik voor even bakker Bos laat herleven.

Ik denk terug aan Anita Andriessen, niet alleen een prachtige vrouw, maar ook vrouw met ballen. De veel te vroeg overleden vrouw van Sytse Keizer, was op Ouwe-Syl, in Friesland, ja in heel politiek Nederland een vrouw die zich onderscheidde van de zo grijze politieke massa. Een vrouw die het gedachtegoed van haar PVDA, met een ‘Bildts Roasie’ als geen ander overtuigend kon eerlijk en oprecht uitdroeg en verdedigde. Als deze sterke politica nog geleefd zou hebben, ja dan…?

Het brengt me steeds dichter bij huis, het brengt me een paar huizen bij me vandaan waar ik zelf kort heb gewoond. Daar woonde tot enkele jaren geleden Sierd Zondervan samen met Tet. En wanneer je het over markante persoonlijkheden hebt, ja dan viel dit koppel in de buitencategorie. Sierd wist met zijn smoeke verhalen veel dorpsgenoten aan zijn lippen te kluisteren. Prachtige verhalen en anekdotes over vroeger, maar ook aan dagelijkse nieuwtjes wist de geboren Menamer en genaturaliseerde Bilkert een dusdanige draai te geven, dat hij de lachers steevast op zijn hand kreeg. Wanneer Sierd en Tet samen op de (s)preekstoel zaten, nou ja, “Dan waren de rapen gaar”. Een opgeslagen bal werd als het even kon, met een boppeslach humorvol geretourneerd. 

Het waren allemaal unieke mensen in hun soort. Het waren ja, helaas zijn bovenstaande markante persoonlijkheden ons ontvallen. Al blijven ze in gedachten van met name de oudere generatie voortleven. Waardoor het kan weet ik niet, maar feit is dat steeds minder mensen zich onderscheiden van de grijze massa. Durven we niet meer buiten onze comfortzone te treden? Zijn we bang om naast het gangbare paden te lopen? Zeg het maar. Ouwe-Syl kent nog enkele kleurrijke figuren maar het lijkt helaas - op een enkele uitzondering na - een uitstervend ras.

 

Bertus Dijkstra