Algemeen
Column: Blootgewoon
Zodra het kwik boven de 20 graden komt fleur ik op. Ik hou van warmte. Deuren en ramen open. Een paar lagen kleding uit… Waar herfst en winter vragen om naar binnen te gaan, nodigen voorjaar en zomer uit het omgekeerde te doen.
Nu ben ik altijd wel buiten, in de natuur, te vinden. Maar een regen van zonnestralen <dank, Acda en De Munnik> heeft de voorkeur boven pijpenstelen. Geen mottige miezerregen, maar een heuse stortvloed aan zon de afgelopen dagen. Ik besluit de boel even de boel te laten. En de kilte van de airco te verruilen voor verkoelend buitenwater. Een bezoek aan waterkaart.net leert mij dat de waterkwaliteit van het strandje in Almere dat ik eerder ontdekt heb, goed is: vrij van blauwalg en met een watertemperatuur van 23,9 graden, lauw. De laatste keer dat ik er was, moest ik eerst waden door een waas van groene soep alvorens een duik te kunnen nemen. Klinkt onappetijtelijk. En zo voelde het ook. Reden temeer om de kust op te zoeken.
Niet de kust van mijn geliefde Texel of Ameland, maar die van Callantsoog. Daaruit blijkt maar weer de aantrekkingskracht van het Noorden ;) Zó groot, dat ik mijn angst voor de ring rond Amsterdam overwin en besluit te gaan; na 2 klappers van auto-ongelukken kort achter elkaar, zit ik namelijk wat anders in de auto als daarvoor. Ik vertrek in alle vroegte, om mijzelf zo prettig mogelijk over de ring te loodsen. Navigatie aan, happy thoughts en gáán… Als kind ging ik altijd naar Sint Maartenszee op vakantie, zo’n ca. 6 km. van Callantsoog. Leuk, om weer eens die kant op te gaan. Bijzonder dat de sfeer in die omgeving na pakweg 45 jaar nog steeds dezelfde is: gemoedelijk en vrij. Ondanks dat er links en rechts behoorlijk wat bijgebouwd is. Restaurant De Goudvis in Sint Maartenszee is er nog steeds. En ook het torentje van de Hervormde Kerk in Callantsoog dat sinds 1671 zo kenmerkend is voor het dorpsgezicht, is nog precies zoals ik me dit herinner.
Iets voor het dorp parkeer ik de auto. Bepakt en bezakt ga ik op weg. Een duin over en ik ben er; een lang, uitgestrekt strand. Zonder boulevard of trendy strandclubs met loungemuziek. Links en rechts een strandpaviljoen. Rechtsaf is voor ‘de textielers’. En linksaf, na pakweg 500m. markeert een 3e paviljoen woordeloos het begin van het strand voor de bloteriken. Geen gillende kinderen, schreeuwende mensen of muziek die uit ghettoblasters schalt. Enkel zonaanbidders, die genieten van het geluid van de branding en krijsende meeuwen die het droogvallen van de pieren bij eb aankondigen. Met mijn strandlaken en – stoeltje en tas proviand zoek ik mijn plekje voor die dag. De geur, het zilt op mijn lippen… zalig. Fijn om zo op te laden. Zo’n 25 jaar geleden heb ik het nudistenstrand ontdekt. Ik weet nog dat ik me wat ongemakkelijk voelde en schoorvoetend uit mijn kleding stapte. Met een schuin oog hield ik de boel in de gaten en wat denk je: niemand keek op of om. Een verademing! Geloof het of niet, maar op een nudistenstrand voel ik me minder bekeken dan op een textielstrand. Fijn ook, dat mensen er rekening houden met elkaar. Bevrijd van (schamele) lapjes textiel, kan iedereen er zijn zoals ‘ie is: dik, dun. Groot en klein. Jong en oud. Man of vrouw: het maakt niet uit. Mensen genieten zichtbaar en bewegen zich vrij. Een groet, een spontaan gesprekje. Hoe heerlijk is dat? Witte lijven, die amper zon gezien hebben. Rode, die mogelijk (over)gevoelig zijn voor zon en/of onvoldoende ingesmeerd zijn. En bruine, bijna gecarboleumde lijven, zitten of staan gebroederlijk en zusterlijk naast elkaar in de vloedlijn op zoek naar verkoeling en genieten. Blootgewoon, in de meest basale vorm samenzijn… samen zijn. Ik hou ervan! λ
Sanne Verhoef
Laatst geplaatst
Agenda
-
Zo 12 januari
-
Ma 13 januari
-
Di 14 januari